Grote tas met warme winterkleding

Oktober 2003. Mijn vriendin Sandra is met mij onderweg naar Roemenië.

Wij worden op het vliegveld in Boekarest opgehaald door Tobie en Sandra, dit zijn de mensen waar wij deze week zullen overnachten.

We hebben een grote tas met warme winterkleding  en warme dekens meegenomen voor ’t Menneke, zodat hij zich de aankomende winter, en hopelijk de laatste winter dat hij buiten ligt, nog warm kan kleden tegen de extreme kou  daar in de bergen in Roemenië.

De volgende dag kopen we een paar tassen met levensmiddelen en vertrekken door de bergen richting ´t Menneke. Ondanks dat het herfst was was het weer redelijk goed.

Op de foto met de blauwe jas is Sandra samen met Sanda in gesprek met Teofil.

Sandra in gesprek met Theofil
Sandra in gesprek met Theofil

Ze zitten voor in het krot, achter Teofil zie je de opening waar hij iedere avond in kruipt op zijn mesthoop.

Teofil is blij dat hij ons ziet, en wij raken al snel in gesprek, je kon met deze man overal over praten en was in veel dingen geïnteresseerd.

Teofil vertelde uiteindelijk geëmotioneerd over de dood van zijn vader en moeder, hij raakte heel erg geëmotioneerd toen Teofil over de dood van zijn zus vertelde.

Ik begon steeds meer met deze man mee te leven, en beloofde mezelf om de rest van mijn leven voor deze man te blijven zorgen. Hij vertelde honderd uit, ik zag aan Tobie en Sanda, die voor ons alles vertolkte, dat Teofil hele wijze uitspraken deed, wat jammer dat wij elkaar niet konden verstaan.

Op een gegeven moment vroeg ik aan hem of hij graag een eigen huisje zou willen met een kacheltje. Hij keek mij ongelovig aan en zei wie ben ik om dit van iemand te verlangen.

Uiteindelijk zei hij dat hij dit natuurlijk heel graag zou willen maar hoe zou dit dan wel niet moeten gebeuren.  Laat dat maar aan mij over, zei ik met mijn grote mond, en beloofde hem een mooi eigen huisje. Hij luisterde en zei, wat God wil dat zal gebeuren.

Na nog lang met elkaar gesproken te hebben besloten wij om weer te gaan, het begon aardig koud te worden. Wij lieten de levensmiddelen en de warme winterkleding bij hem achter, ook gaven wij hem geld, of hij dit kon gebruiken wisten wij toen niet.

Achteraf bleek dat hij van dit geld iemand uit het dorp, die daar wel eens langs kwam, plastic heeft laten kopen, en dit rondom en over zijn krot heeft laten spannen zodat hij de komende winter droog en uit de koude wind kon gaan liggen.

Op weg naar Nederland dacht ik bij mijzelf, wat heb ik nu weer gedaan, weer snel iets beloofd aan deze man, kan je dit wel waar maken. Maar misschien ook maar goed dat dit is gebeurd, want bij deze man die door iedereen in de steek is gelaten trek je je woord niet zomaar in.

Terug in Nederland doe ik een oproep via onze kabel tv bij ons in het dorp en omliggende plaatsen om vrijwilligers te werven om een huisje te bouwen voor Lápádat Teofil.

Al snel werd ik gebeld door Henk van Melis uit Reek, en al snel zei Henk dat zijn zwager Frans van Hees uit Schaijk ook graag mee zou willen helpen met het bouwen van het huisje. Aan Frans hadden wij een hele goede kracht, Frans is niet alleen een goede vakman maar hij heeft ook het huisje getekend.

Diezelfde week nog melde Peter van der Meer zich. Peter komt ook uit de Reek en is vrachtwagen chauffeur dit kon natuurlijk niet mooier.

We hadden al snel een mooi clubje bij elkaar. Wij besloten met elkaar dat wij het huisje in de Reek zouden bouwen, en uiteindelijk het huisje demonteren en dan te transporteren naar Roemenië.

Inmiddels hebben wij ook onze stichting in het leven geroepen, onze stichting zou de naam krijgen van Stichting Kansarmen Roemenië.

Vanaf toen ging het vrij snel, er moest eerst geld komen voor bouw materialen en natuurlijk voor transport

Er kwamen donaties binnen van mensen uit Schaijk en omliggende dorpen. Tussen het bouwen door hielden wij in bepaalde horeca gelegenheden het rad van fortuin, wat ook een enkele duizenden euro’s op leverden.

En zo waren wij in de winter 2003 / 2004 druk bezig voor ’t Menneke in de bergen die een paar duizend kilometer verderop in Roemenië verlamd buiten in de kou lag, met een temperatuur van 36 graden onder nul.